Jessy Volkers (25 jaar) woont sinds 2005 in Uithoorn. “Daarvoor woonden we in Amsterdam Zuidoost. Daar was altijd iets aan de hand. Het was wel een overgang, de verhuizing naar Uithoorn. Hier is het veel rustiger.” Hij timmert aan de weg als rapper Mill Green, zijn alter ego. De liefde voor muziek kreeg hij mee van zijn vader.

“Ik zat eerst een aantal bandjes. Daarna ging ik improviseren op beats. Mijn vrienden namen dat veel serieuzer dan ik. Je kunt niet meer switchen, zeiden ze. Dit is wat je doet. Sinds mijn achttiende ben ik er serieuzer mee bezig, ben ik veel meer gefocused.” En niet zonder succes. Hij mocht optreden in Amerika. “Ik denk er niet zoveel over na, maar die herinneringen zijn blijvend. Dat het daar goed ging, gaf me nog meer motivatie en bevestiging: dit is wat ik moet doen.”

Het zou tof zijn als je hier ook om 2 uur ’s nachts nog ergens even een energiedrankje kunt halen’

Hij richt zich met zijn muziek op Nederland en de VS. “In Nederland ben ik meer underground. In die scene is mijn muziek wel bekend, maar ik word niet herkend op straat ofzo. Het laatste jaar was sowieso anders. Alles ging online. Daardoor stond de muziek even op een lager pitje. Ik kan niet wachten tot ik weer kan optreden.”

Een carrière in de muziek, dat ziet hij wel zitten. “Geld maken met je passie, dat is het mooiste. Het zou tof zijn wanneer ik daarmee in mijn onderhoud kan voorzien.” Die carrière brengt hem wellicht naar Amerika. “Daar gebeurt het. Ik ben bijvoorbeeld in New York geweest. Niet voor vakantie, maar voor werk. Daar heb ik met verschillende jongens in de studio gewerkt. Ik heb er veel van geleerd. Ik zorgde altijd eerst voor de beats, en daar ging ik overheen rappen. Zij beginnen met rappen en kiezen daarna voor geluidseffecten. Dat is veel vrijer, creatiever. In New York gaat het leven heel snel. Niet voor niets hebben ze het over de New York minute. De stad staat de hele dag aan, je kunt 24/7 dingen doen. Toen ik terug kwam in Uithoorn, moest ik wennen aan het tempo hier. Het gaat hier soms zo traag als kaas wordt gemaakt. Maar na twee maanden zat ik weer helemaal in het Nederlandse ritme.”

Hij merkte dat ‘living on the fast lane’ ook zijn tol kan eisen. “Ik heb een tijdje last van angstaanvallen gehad. In Uithoorn kwam ik tot rust. Ik voel het echt als mijn thuis.” Dat betekent niet dat er niets verbeterd kan worden in Uithoorn. “Het zou fijn zijn wanneer je ook om 2 uur ’s nachts nog ergens even een energiedrankje kunt halen. En voor jongeren is hier weinig te doen. Ik weet niet of een jongerencentrum zou helpen, dat heeft soms een beetje een suf imago, maar wellicht is het een begin. Voor kinderen is het een fijne plek op om te groeien, het is veilig en er is ruimte om te spelen. Maar ben je boven de twaalf, dan houdt het een beetje op.”

Het afgelopen jaar ging het leven in nog een lagere versnelling. “De eerste maanden heb ik vooral Call of Duty gespeeld met mijn vrienden. Ik ben een beetje een computernerd. Ik kreeg een vriendin, dus het was vooral lekker eten en filmpjes kijken samen. Om geld te verdienen ben ik bezorger en ik edit video’s. Dat is naast het rappen wel iets waar ik mee verder wil.”

Het project spreekt hem aan vanwege het maatschappelijke effect. “Het doet me denken aan het project Faces of New York. Te gek dat hier ook zoiets wordt gedaan.”