Rian Blankenstein woont sinds zes jaar met haar gezin in Uithoorn. Ze roemt de saamhorigheid in het dorp. “Er wonen veel mensen die graag iets ondernemen, net als ik. Het is veel gezelliger dan in Amstelveen, waar we eerst woonden. We hebben hier veel meer contact met de buren.”

Het dorpse van Uithoorn doet haar denken aan Krimpen aan de IJssel, een van de plekken waar ze vroeger als kind woonde. “Mijn vader was professor, en we verhuisden nogal eens. Naast Krimpen aan de IJssel heb ik onder meer in Lelystad, Utrecht en Zeist gewoond.”

Van haar moeder kreeg ze creativiteit mee. “Dat zit bij ons in de genen. Ik heb het weer doorgegeven aan mijn dochter. Mijn moeder was vroeger altijd bezig. We deden onder meer samen aan quilten.” Van die hobby maakte Rian haar beroep. “In Amstelveen had ik een quiltwinkel. Ik gaf tevens workshops. Het bedrijf liep eerst heel goed, met orders vanuit de hele wereld. Het ging mis tijdens de kredietcrisis. Mijn bedrijf ging failliet.”

‘Een buurthuis in deze wijk zou geen gek idee zijn.’

Ze is nu bezig om van een andere hobby haar beroep te maken: koekjes bakken. Dat zijn niet zomaar koekjes, ze maakt allerlei bijzondere vormen en creaties. Ze laat een huisje gemaakt van koek zien, en een ijscowagen. “In Amerika zijn deze koekjescreaties heel populair. Hier worden ze minder op waarde geschat. Ik ben er dagen mee bezig.” Het bakken doet ze nu nog thuis. In een hoekje van de woonkamer staan alle benodigdheden. “Ik zou graag een eigen plek hebben voor mijn bedrijf, maar ik moet wel heel veel bakken om de huur eruit te halen. Op dit moment kan dat nog niet. Mijn koeken zijn al wel te koop bij de Chocotoko.”

Ze wil bovendien niet al haar beschikbare tijd in het bakken stoppen. Ze wil er tevens zijn voor haar dochters. “Ik heb twee meiden. De oudste is achttien en woont nog thuis. De jongste is vijf jaar oud. Ik vind het belangrijk dat ze zich goed voelen thuis, ze kunnen met alles bij me terecht. Dat geldt ook voor hun vriendinnen. Als er iets is, dan kunnen ze neerploffen op de bank en hun verhaal doen.”

Ze heeft een hart voor anderen. “Iets verderop woont een mevrouw, ze is ernstig ziek. Vanwege corona kan ze nauwelijks de deur uit. Ik maak me zorgen over haar, ben bang dat ze vereenzaamt. Dat geldt overigens voor meer ouderen in de wijk. Een buurthuis in deze wijk zou wat dat betreft geen gek idee zijn. Dan hoeven ze niet de wijk uit voor sociale contacten of activiteiten.” Ook voor jongeren zou er meer aandacht moeten zijn. “Voor jongeren is er heel weinig te beleven. Nu helemaal. Mijn dochter slaat zich er goed doorheen, maar het is geen makkelijke tijd.”

Rian is trots op haar kinderen. En hoe het in huis gaat. “Tijdens corona hebben we ons gezin draaiende gehouden. Het onderlinge vertrouwen is groot, we hebben een goede band.”

Rian doet mee met het project omdat ze graag nieuwe contacten legt. “Ik vind het leuk om nieuwe mensen te leren kennen.”