José de Robles is wethouder in Uithoorn. Hij heeft het sociaal domein in zijn portefeuille, waaronder onder meer de jeugdzorg en de Wmo vallen. Geen makkelijke klus, maar hij gaat graag de uitdaging aan. “De sociale cohesie in Uithoorn kan beter. Uithoorn heeft het karakter van een forensendorp, waar mensen vooral wonen, maar niet echt (samen-)leven.” Hij is een van de aanjager van dit foto- en ontmoetingsproject. “Diversiteit en inclusie vind ik een belangrijk thema, daarom ben ik blij met dit project.”

José groeide op in Amsterdam-Zuid en Amstelveen. “Als jochie was ik een behoorlijk driftkikkertje. Heel gevoelig met een enorm temperament. Opgroeiend in Amsterdam-Zuid, eind jaren ‘60/begin jaren ’70, had ik als enige gekleurde ventje in de klas regelmatig te maken met discriminatie.Ik werd een klein, vechtlustig monstertje, maar was nogal klein voor m’n leeftijd, dus kreeg regelmatig een pak rammel. Ik moest en zou leren vechten. Eindelijk, toen ik 12 jaar oud was, mocht ik van m’n ouders op karate. Het eerste dat ze me bijbrachten, erin drilden, was zelfbeheersing. Daar kwam ik niet voor, maar het is me altijd tot nut gebleven. De vechtsporten ben ik mijn hele leven in blijven hangen; full-contact karate, jiu-jitsu, boksen, thaiboksen, krav maga.”

Zijn interessegebied is heel breed. “Ik ben nogal leergierig en wil overal over kunnen meepraten. Mijn motto’s zijn ‘elk kunstje kun je leren’ en ‘geen mening zonder kennis’. Ik heb diverse opleidingen gevolgd en heb in verschillende werkvelden geopereerd, zoals financieel management, ict, logistiek, hr en veranderkunde. Daarnaast zorgt mijn maatschappelijke betrokkenheid ervoor dat ik mij invreet in sociale thema’s. Mijn kennis varieert dan ook van formele opleiding tot de meest idiote weetjes, die in mijn hoofd blijven hangen. Ik wil me altijd blijven ontwikkelen.”

Voor zijn aanstelling als wethouder, was hij jarenlang raadslid voor DUS!. “Vanuit een oprechte interesse in andere mensen en interesse in maatschappelijke ontwikkelingen stapte ik, als dromer en idealist, in de politiek. Ik wilde niet langer met een eigen mening aan de zijlijn staan, maar zelf iets proberen te veranderen.”

Een andere passie is muziek. Dat komt onder meer tot uiting in zijn wekelijkse radioprogramma op Rick FM, de Draaitafel van de Raad. Hij presenteert het samen met Jeroen Brink (burgerlid PvdA) en Naomi Heidinga (voormalig politiek verslaggever in Uithoorn). “Als klein ventje stond ik altijd in de box stond te dansen. Ik ben zelf geen muzikant. Ik speel wel wat percussie, maar slechts op beginnersniveau. Toch beleef ik er veel plezier aan. Ik ben vooral muziekliefhebber, waarin de stijlen variëren van dance, edm, indie, tot rock, blues, shoegaze, hiphop en soms een vleugje klassiek. Live-concerten en festivals kan ik intens van genieten. Plus het maken van het wekelijks uurtje radio op Rick FM. Dat vind ik heel leuk om te doen.”

‘Een gemeente wordt gevormd door de mensen die daar leven. En die gemeente dat zijn wij. Met elkaar.’

Hij moest in het begin best wennen aan het leven in Uithoorn. “Spottend zei ik toen ik net in Uithoorn kwam wonen dat het grote voordeel van wonen in Uithoorn was dat het zo dicht bij Amsterdam ligt. Maar dat is ook de kracht: wonen in een dorp met de faciliteiten en levendigheid van een grote stad dichtbij. De sociale cohesie in Uithoorn kan beter: het is vooral een forensendorp, en daardoor hebben mensen minder binding met het dorp. Mooi aan De Kwakel vind ik het hechte karakter van de gemeenschap. Daar schuilt ook een risico: het is ook een best gesloten gemeenschap. Dat maakt het een gesloten subcultuur.”

“Een ander punt van aandacht vind ik dat de gemeente Uithoorn zich profileert als groene gemeente. Onder druk van woningbouw wordt het groene karakter wel steeds verder aangetast. Ik vind het zorgelijk en jammer dat Uithoornaars voor buitenrecreatie ver buiten deze gemeente moeten reizen. Zelfs een dichter bevolkte stad als Amsterdam biedt meer mogelijkheden tot buitenrecreatie dan de groene gemeente Uithoorn.”

Zijn vrije tijd brengt hij graag door met zijn zoontje. “Hij vindt het fantastisch om samen met zijn vader naar een pretpark te gaan. Dan wil hij het liefst keer op keer in dezelfde achtbaan. De misselijkheid achteraf nemen we beiden op de koop toe!”

José is een van de drijvende krachten achter dit project. Wanneer is het voor zijn gevoel geslaagd? “Uithoorn is een typische forensengemeente. Mensen wonen in Uithoorn, maar werken en leven daarbuiten. Ook veel van hun sociale contacten liggen buiten de gemeente. Een hoge mate van mobiliteit, toenemende digitalisering in onze maatschappij en een hoge mate van individualisering dragen daaraan bij. Een bekend spreekwoord luidt: ‘onbekend maakt onbemind’. En dat is precies wat hierop van toepassing is; mensen leven in gesloten bubbles en kennen de mensen in hun nabijheid niet of nauwelijks. “Dit zijn wij!” is een project dat erop gericht is om onbekenden bekender te maken en onderlinge contacten tot stand te brengen. Het project is het eerste onderdeel van een serie projecten, met als doel diversiteit en inclusie te bevorderen en de sociale cohesie te verbeteren. Niet zozeer het doorbreken van de bubbles, maar van gesloten bubbles naar meer openheid te werken. Werken aan verbinding. Immers, een gemeente is meer dan een plekje op een landkaart waar je bed en je spullen staan. Een gemeente wordt gevormd door de mensen die daar leven. En die gemeente dat zijn wij. Met elkaar.”

“Dit project en de hierop gerichte serie projecten is voor mijn gevoel geslaagd, als mensen meer naar elkaar omkijken. Als de gesloten bubbles opener worden en de bereidheid ontstaat om ‘buitenstaanders’ en ‘buitenbeentjes’ op te nemen. Als mensen elkaar respectvol kunnen en durven aanspreken op gedrag, vanuit een bewustzijn deel uit te maken van een gemeenschap. Als mensen elkaar meer helpen. Als de toenemende eenzaamheid in onze maatschappij hiermee vermindert. Als de acceptatie van iemand die ‘anders is hoger wordt. Want uiteindelijk hebben we ook heel erg veel met elkaar gemeen. Ik ben wat dat betreft absoluut een idealist. Maar als ook maar een klein deel van mijn idealen op dit vlak realiteit wordt, ben ik tevreden.”