Maxim Rahn (1972) woont al zijn hele leven in Uithoorn. Hij groeide er op als kind, speelde op straat, haalde kattenkwaad uit met zijn vrienden en zag het dorp zich ontwikkelen. “Het was een fijne plek om op te groeien.” Een fijne plek, dat vindt hij Uithoorn nog steeds, al mist hij ook wel wat. “Uithoorn is een echte slaapstad. Er wordt wel wat georganiseerd door verenigingen en in De Kwakel gebeurt van alles, maar hier is het een beetje stil.”

De huiskamer van Maxim verraadt zijn passies. Op de muur diverse kunstwerken en platen. “Ik houd van muziek en straatkunst.” Fotografie is ook een van zijn liefhebberijen. Eén van de kamers van zijn appartement wil hij inrichten als studio. “Mijn camera is kapot. Ik ben aan het sparen voor een nieuwe. Dat moet een goed apparaat zijn.”

Rahn woonde eerst met zijn ouders in de Albert Verweylaan. Later verhuisden ze naar de Jacob Catslaan. “Het was een leuke tijd. We speelden veel op straat. Iedereen kende elkaar. Eén van mijn vrienden had een skelter, waarmee we rondjes door de buurt reden. Ook voetbalden we veel en op het garagepleintje speelden we tennis en cricket. Ook haalden we kattenkwaad uit, zoals belletje trekken. Ik weet nog dat mijn ouders me opgaven voor een toneelvereniging. Die repeteerde in de Scheg. Toen ik ouder werd, kwam er een soort poppodium in Uithoorn. Een vriend van me organiseerde elke week een filmavond. Daarvoor werd wekelijks een film gehaald bij de videotheek. We mochten om beurten de film uitkiezen.”

‘Ik sta positief in het leven. Daarnaast ben ik leergierig en ik kan goed improviseren. Als iets anders gaat dan voorzien, kan ik daar makkelijk op inspelen.’

Hij woonde zelf aan de Kogge en nu heeft hij een woning aan de Tafeleend. “Ik heb Uithoorn zien groeien. De wijken verschillen nogal van elkaar. Dat merkte ik pas echt toen ik jaren geleden als hovenier voor AM Match werkte. De verschillen tussen arm en rijk zijn groot, zag ik. Al is er ook een grote groep die er tussenin zit.”

Vanwege corona is hij nu even niet aan het werk. “Eén dag in de week ben ik vrijwilliger bij Inner-Art in De Kwakel. Ik help bij de begeleiding van mensen die op de boerderij werken. Ik help zelf ook mee bij het onderhoud van de moestuinen. Daarnaast werk ik bij Ceres op de boekenafdeling. De kringloopwinkel is nu dicht vanwege de coronamaatregelen.” Iedere woensdag gaat hij, als het mogelijk is, naar het ervaringsdeskundigencafé, voor mensen met onder meer mentale klachten en problemen. “Dat vind ik heel interessant. Ik zou graag een opleiding volgen in deze richting.”

De interesse komt deels voort uit zijn eigen ervaringen. “Ik heb een bloedpropje in mijn hersenen gehad. Daardoor kon ik een tijdlang minder goed functioneren. Ik had bijvoorbeeld moeite met me concentreren. Ik heb daarvoor vier maanden in een kliniek doorgebracht. Dankzij medicatie is het bloedpropje verdwenen. Ik voel me nu weer goed.”

Vrolijk, zo typeert Maxim zich. “Ik sta positief in het leven. Daarnaast ben ik leergierig en ik kan goed improviseren. Als iets anders gaat dan voorzien, kan ik daar makkelijk op inspelen.” Zorgen maakt hij zich over zijn vader, die mantelzorg nodig heeft. “Ik hoop dat hij nog een aantal goede jaren heeft.” Ook de coronacrisis baart hem zorgen, al heeft hij persoonlijk niet erg onder de maatregelen te lijden. “Ik ben veel buiten en wandel regelmatig.”

In het buitenland een fotoreportage maken voor een tijdschrift of magazine, dat staat nog op het wensenlijstje van Maxim. “Dat hoeft niet eens zo ver weg te zijn. Ik wil het liefst een straatreportage maken.” Een reis naar Barbados, Malta en haar zustereilanden Gozo en Comino, dat lijkt hem ook wel wat. Op die laatste ben ik al eens geweest. Het zeewater is daar heel helder. Ideaal om te duiken of snorkelen. Het water is heel lichtblauw, het heeft een prachtige kleur.”

Maxim doet mee aan het project omdat hij het leuk vindt om met anderen in gesprek te gaan. “Bijvoorbeeld over de toekomst van het dorp.”